En dan komt er een reddende engel

Onderweg tijdens vakantie in Portugal was het tijd voor de lunch. Ik stop dan graag bij een wegrestaurant waar veel auto’s staan waaronder werkbusjes. Dan weet je dat het goed en betaalbaar is. Ik kon plaatsnemen achter een tafeltje op het terras met uitzicht op een open keuken met barbecue en een vitrine waar verschillende soorten vis op ijs lagen. Zo ontspannen als ík was, dat is nu eenmaal mijn gemiddelde stand en nu tijdens deze vakantie nog meer, zo gestrest stond de kok te mopperen en te gebaren. Hij pakte vissen uit de vitrine, kneep daarin en maakte een afkeurend gebaar, dat vergezeld ging van voor mij onverstaanbare negatieve bewoordingen. Althans zo voelde ik dat, ondanks dat Ik geen Portugees versta. Een viertal obers namen bestellingen op. Het dagmenu was vlees of vis. Vlees werd ergens binnen bereid. Vis werd door deze kok buiten bereid. De bestelling werd door een ober steeds ingevuld op een voorgedrukt velletje papier aan de balie van de kok. Het systeem was dat de kok aankruiste als hij een bestelling bereidde en als het klaar was op een schotel op de vitrine zette, waarna de ober het naar een tafeltje bracht. Goed bedacht zou je denken.

 

Ik vroeg mij toch af waarom de kok een gestreste indruk maakte. Was dit het zuidelijk temperament. Had hij slecht geslapen of werd hij slecht betaald? Was de vis niet vers? Ik zou snel achter de reden komen. Een reden die we helaas ook vaak in projecten zien.

 

Het begon steeds drukker te worden in het restaurant en Portugezen houden van vis. De ene na de andere ober schreef zijn bestellingen op het velletje papier. De kok nam steeds een viertal verschillende visjes, maakte deze  schoon,  haalde  ze door een bak met zeetzout en plaatste ze in een klem. Hierna ging alles op de barbecue.

 

De bestellingen bleven maar komen. Wat ik ook zag was dat obers nog extra aantekeningen op de lijst maakten. Waarschijnlijk afwijkingen op het menu. Een bepaalde vis wel of niet, geen zout? Een allergie?

 

De kok kon het tempo onmogelijk aan en nu werd het een vertoning. Er zijn van die kookprogramma’s waarin ze restaurants aanraden de keuken open te maken waardoor er contact tussen de klanten en de keuken is. Je kunt dan laten zien hoe eerlijk en schoon je kookt. Dat werkt niet altijd in je voordeel zag ik. De kok begon alleen maar meer te mopperen en te schelden op de obers. De obers negeerden dit alles. Waren ze dit gewend? Of wisten ze dat alles wat ze zouden zeggen alleen maar meer houtskool op het vuur zou werpen?

 

Een reddende engel verscheen! Er werd meer vis dan vlees gegeten en de kokkin die over het vlees ging, kwam een kijkje nemen. Ze overzag de situatie en begon vis schoon te maken. Hij kon niet nalaten de kokkin deelgenoot te maken van alles wat misging in zijn keuken en waarvan vooral anderen de schuld kregen. Maar zienderogen zag je de kok bedaren en er kon zelfs een glimlach af. Ze liet hem na verloop van tijd weer alleen toen de lijst met bestellingen behoorlijk was bijgewerkt.

 

Maar na vijf minuten begon de stress al weer toe nemen. Kan de man het niet aan, of vindt hij deze gemoedstoestand gewoon fijn, dacht ik. Het zag er naar uit dat de situatie zich weer ging herhalen.

 

Leuk verhaaltje, eind goed al goed, of toch niet?  Maar wat wil ik nu eigenlijk zeggen?

 

Werkdruk

Wat we vaak in projecten zien, is dat veel mensen loyaal zijn aan hun baas. Ze houden van hun vak, maar soms wordt het onmogelijk gemaakt het werk goed en met plezier te doen. Door omstandigheden zoals tijdsdruk, werkdruk, onverwachtse wendingen zien we dat  het proces langzaam verstoort is en het resultaat in gevaar komen. Dan begint de stress langzaam op te lopen. Als een leidinggevende daar geen oog voor heeft, verandert de situatie snel, heel snel. Soms met langdurig ziekteverzuim als gevolg. De betrokkene zal zeker om aandacht vragen om de stress de baas te worden. Soms wordt sabotage gebruikt om alles in het honderd te laten lopen om maar die aandacht te krijgen.

 

Met een reddende engel red je de situatie even, maar er verandert niets aan het systeem.

 

Luister en kijk goed naar signalen. Ik zie als toevallige passant al wat er gebeurt. Dat zou een leidinggevende, die dagelijks met medewerkers omgaat, zeker moeten zien.

 

En dan die reddende engel. Soms heb je geluk dat een collega je ziet ploeteren en je vrijwillig komt helpen. Heb jij zo’n reddende engel of misschien ben je zelf wel een reddende engel? Of zorg je dat er iets aan het systeem gedaan wordt?

 


< Ga terug