Doorploeteren is een keuze

In de ochtend voer het team vol goede moed zeilend de haven uit. Het doel was vandaag de volgende haven te bereiken. Daarna konden ze zien hoe ze verder de wereld rond zouden gaan. Ze hadden daar met z’n allen een jaar voor  gereserveerd.

 

De zeilen werden gehesen, het roer gedraaid en de wind begon al aan het schip te trekken. Scherp aan de wind, want er moest een flink stuk tegen de wind in gelaveerd worden. Dan is het hard werken op dek. Om de haverklap werd overstag gegaan, want de vaargeul was niet breed. Er lagen verraderlijke zandbanken, dus het was niet verstandig om buiten de groene en rode boeien te varen.

 

We weten dat we niet vooruit komen

Op een gegeven moment merkte de schipper dat na iedere steek de boot bijna bij dezelfde boei terugkwam. De bemanning viel dat ook op. Ondanks het harde werken en het strakke trimmen van de zeilen kwamen ze nauwelijks vooruit. Er stond een stevige tegenstroom, het getij stuwde de zeilers zo hard achteruit, dat het niet kon worden gecompenseerd met brute zeilkracht.

 

Het team aan boord raakte een beetje gefrustreerd en begon te morren. Is de boot wel goed? Wat is de schipper aan het doen? Vaart hij wel scherp genoeg? En ze  gingen ook nog twijfelen aan elkaar. Werken zij wel net zo hard is ik? Ik zie een paar mensen toch een beetje de kantjes er af lopen.

En ze werden  moe. Iedere keer maar overstag, zeilen vieren, naar de andere bak-of stuurboord springen, uitkijken voor de giek, en weer als een malle aan het tuig trekken om het zeil weer zo goed mogelijk in de harde wind te spannen.

 

Begrijpen waarom het komt

De schipper, die het op het achterdek allemaal gadesloeg, zag het wel gebeuren. Hij bleef geloven in zijn team. Ze komen er wel doorheen wist hij. Het was hem altijd gelukt, en met nog even een tandje erbij zou het nu ook wel lukken. Ondanks dat hij aan zijn onderbuik  voelde dat dit misschien niet de beste keuze was. Totdat de kok, die de hele ochtend in de kombuis had gestaan, aan dek kwam en even gadesloeg wat er aan de hand was. Hij zag ontredderde en vermoeide gezichten. Een schipper die gespannen voor zich uit keek en ook hij zag voor de 3e keer dezelfde boei voorbijkomen.

 

Deze pientere kok zette zijn muts af, krabde eens op zijn kale kop, en liep naar de schipper. “Heb je in de gaten dat we het getijde tegen hebben, dat je de kleine zeilen er op hebt staan en dat het zwaard niet helemaal zakken wil? En dat je daarom geen meter vooruitkomt?”

De schipper keek hem een paar seconden stilzwijgend aan en zuchtte. Blij dat iemand hetgeen bevestigde, dat hij allang aanvoelde, maar niet wilde zien.

 

Accepteren dat het zo niet gaat

“Laat de zeilen zakken, gooi het anker uit, en kom naar het achterdek”, riep hij luid vanachter het roer. Het team voerde moe, ergens opgelucht, maar ook een beetje bezorgd de taken uit. Zouden ze op hun donder krijgen omdat ze niet goed werkten? De schipper startte met te zeggen dat het zo niet ging lukken en dat het niet aan hen lag. “Hoe hard we er ook met elkaar aan trekken, we komen zo niet vooruit”.  Iemand in het team riep “maar verliezen we nu geen tijd? Straks redden we het niet om op tijd in de haven te zijn en dan loopt ons hele schema in de soep”.

 

“Mogelijk wel, maar als we doorgaan zoals we nu doen, gaan we het in ieder geval niet halen.

 

In actie komen

Eerst moeten we zorgen dat onze boot op orde is. En ten tweede kunnen we met deze wind het getijde niet overwinnen, dus we wachten tot de wind draait, of tot het getijde keert. Dat is in ieder geval over twee uur, en in die tijd maken we de boot in orde. Eén team gaat aan de slag met de ander zeilen, het tweede team zorgt dat het zwaard weer werkt en de kok maakt een stevige lunch. Over twee uur kijken we hoe de situatie dan is. Ik rapporteer nu aan de haven dat we mogelijk later aanmeren.”

En met deze nieuwe korte termijn stappen werd het plan weer duidelijk. Althans voor een deel van  de zeilers. Als dit op orde is, hebben we een goede basis om de rest van de reis te plannen. Anderen maakten zich nog zorgen. Zijn we straks nog wel op tijd, gaat het wel lukken met de zeilen, lag het wel aan het getijde? Maar omdat de dingen aan de boot toch wel moesten gebeuren en er een lunch in het vooruitzicht was gesteld, gingen ze toch maar aan de slag.

Na de lunch werden de zeilen weer gehesen en het anker gelicht. Bij de eerste steken zagen ze langzaam vooruitgang, de volgende boei werd al snel gehaald.

 

Of ze de haven op tijd hebben gehaald weten we niet. En dat er nu ook niet toe. Ze gaan vooruit, de inspanningen worden beloond met nieuwe meters over het water en het uitzicht verandert. De mensen hebben weer plezier in hun werk en vertrouwen dat ze problemen tijdens de rest van de reis ook wel zullen overwinnen.

 

Is dat voor dit moment niet al erg mooi?

  

Noition zegt…

Prioriteren is niet alleen dingen níet doen, maar ook de goede dingen éérst doen. Als je eerst het inzicht hebt wat het probleem is, kun je proberen dat te begrijpen en te accepteren  en vervolgens acties in gang zetten om weer verder te komen.


< Ga terug